Hij onderwees hen Zelf
Leerde hen nog veertig dagen
Opende hun hart en ogen
Beantwoordde hun vragen
Toen hebben ze begrepen
Wat nog onduidelijk was
Hebben ‘t opgeschreven
Voor ons, het nageslacht,
Al was ik er zelf niet bij
Toch zie ik door hun ogen
Hoor door hen Zijn woorden
weet mij geestelijk herboren
Eens zal ook ik Hem zien
Wellicht komt Hij al snel
Dan vloeit mijn beker over
Van honing en van melk