De rust keert weer
in het gebouw
waar Thomas achterblijft
hij voelt zich
ongemakkelijk
één keer had hij
de samenkomst gemist
en juist die dag
was Hij zo duidelijk
aanwezig
hij was de enige
die het niet had gezien

waar was hij toch
wat was er zo belangrijk
dat hij dit niet
kon meebeleven

er speelt een melodie
door zijn gedachten
met onophoudelijke kracht
hij pakt een liedboek
van de stapel
zoekt wat in hem zingt,

bij 't lezen van vers vijf
voelt hij: De opgestane Heer,
Hij is hier nú, bij mij!
 
 Bij Hebreeën 10:25 en gezang 250.