't Doodskleed gleed van Zijn schouders.  En door
de adem van Zijn mond rolde de steen van het graf.
Zijn licht ging voor Hem uit.  De wachters sloegen
neer  en vluchtten ijlings voor die Heer.
Jezus wandelde in de gaard   Het was Paasmorgen.

Wat blij gerucht ruist door de lucht?  De vogels
zullen anders zingen. Want onze God doet nieuwe
dingen, waar harten voor Hem opengaan   En nacht
en dood heeft afgedaan.    Wie kan het ons verhinderen?
Hij maakt ons tot Zijn kinderen.

Maria herkende Hem niet eens.   Haar ogen waren
moe geweend. Ze zocht een dode, in haar verdriet.
Maar vond Hem bij de doden niet.   Want Jezus
wandelde in de gaard.   Hij, die Zijn liefde
openbaart   en Hij sprak: ‘Maria!’

Zijn Woorden zijn nog even sterk!    Hij heeft
Zijn Geest gegeven. Die brengt Zijn woord tot leven:
En als je wandelt in de hof, O, luister, wie wil horen!
Hij noemt je naam.   Herken die stem! O, geef je over 
Volg slechts Hem.   Dan word je nieuw geboren:

Merk op, wat in je hart gebeurt.   De lente is gekomen.
Maar   't eeuwig groen bloeit stralender, 
Hoe rijk en onbevangen.   Het hart, door Jezus
aangeraakt, wordt als een hof door Hem bewaakt 
en stralend nieuw gemaakt!

Nu mogen allen vrolijk zingen, die deze Heer ontvangen
met lof  en dankgezangen. - Hij draagt de tekenen
van het kruis.    Geen andere naam is ons gegeven,
waardoor wij zullen leven: Jezus,
Immanuel --
God-Zelf zal met ons wezen.

Je hebt het al  zo vaak gehoord,  zo vaak je Paasfeest werd gegeven.
Maar,   heeft het ooit jouw hart doen leven? -
Hier moet elk mens persoonlijk kiezen
of hij ook vluchten wil   --?
of---  knielen!