Heer, 'k weet niet wat de toekomst brengt.
Dat ligt bij U verborgen.
Maar ondanks die onzekerheid
weet ik dat U zult zorgen!
U strekt Uw handen uit naar mij,
U vangt mij als ik val.
En dwaal ik soms, dan zoekt U mij
totdat U vinden zal...
Want Heer, U noemde mij Uw kind
toen U - bespot, geslagen -
aan 't houten kruis op Golgotha
mijn straf hebt willen dragen.
Wat was het groot wat U daar deed.
Want ik, die 't niet verdien
mag U - ondanks dat ik soms faal -
tóch als mijn Redder zien.

*

Heer, 'k weet niet wat de toekomst brengt.
'k Weet wel dat U zult zorgen.
Want Heer, om wat U deed voor mij
ben 'k veilig... Nu én morgen!