Jezus sprak en profeteerde
dat Hij veel zou moeten lijden,
door heidenen en schriftgeleerden.

Zij zouden Hem bespuwen,
Hem binden en bespotten.
De zweep zou men niet schuwen.

God zelf gaf aan hen die macht
want alles wat profeten schreven,
moest aan Hem worden volbracht.

Hij wist wat Hem te wachten stond:
veroordeeld tot de dood aan 't kruis,
onwettig, ongegrond.

Vrijwillig zou Hij alles ondergaan;
het leed, de kruisgang en de pijn;
maar dan, dan zou Hij opstaan.

Zijn volgelingen voelden 't verdriet.
Maar wat bedoelde toch de Meester?
Zij verwerkten het niet.

Zij konden het maar niet doorgronden.
Het leek zo vreemd en tegenstrijdig.
Hun Heer was toch door God gezonden?

Jezus had hun uitzicht willen geven,
vóórdat de kruisiging geschiedde.
Hij wees er immers op, dat Hij zou leven?

Zoals Hij sprak, zo is 't gegaan:
het wrede kruis, de dood.
Hun hele wereld leek vergaan.

Maar toen is Jezus opgestaan.
Hij overwon de dood.
Zoals Hij sprak, zo is 't gegaan.

Als zij zijn Woord hadden bewaard,
in diep en kinderlijk geloof,
dan was de wanhoop hun bespaard.

O Jezus, diep bewogen,
Gezondene van God.
Wij willen U verhogen.

Lies Land

Uit de bundel: Gods telelens
Vision Evangelische Uitgeverij Groningen