het trio crepeert
hun vonnis getekend
tussen twee boeven
uitgerekend
 
boven denken
boven bidden
 
moeizaam draait
een lichaam zich
om naar het midden
 
twee paar ogen
ontmoeten elkaar
in verstrijken van de tijd
 
in een ogenblik
daalt wederzijdse liefde
in woorden van oprechte spijt
 
kreunend van de helse pijn
antwoordt de Man tussen hen in:
heden zul je met Mij
in het paradijs zijn
 
de aandacht voor de ander
zo bovenmenselijk teer
 
zelfs vlak voor de dood
is er ruimte tot inkeer
wordt nieuw leven geboren
 
het andere kruis zwelgt
in zelfliefde en spot,
zo dichtbij God
en toch verloren