op die dag kwam ik hem tegen
verweesd, verward en zo verlegen
druipend in de winterregen
de zoon des mensen is in de stad

Je lag daar stil, op het bankje in het park
je sprak geen woord,
-de vogels zijn mijn getuigen-
Je naam heb ik nog niet gehoord
maar voor de mensenzoon wil ik me buigen.

Ik boog mijn hoofd over je heen
rook je adem; de geur des doods
naar het scheen
Maar ik zag en geloofde dat de zoon des mensen
in de stad is.

-

Toen ik thuis kwam waste ik mijn handen
in onschuld.

Na die dag kwam ik hem niet meer tegen.

upsidedown

U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment