De eeuwigheid is er rondom de aardse tijd
waarbij God tot de schepping is gekomen
die vol zou zijn met eer en kracht en lief’lijkheid
met waterstromen en met levensbomen.

Maar zou de schepping and’re eigen wegen gaan
dan zou dat tot haar ondergang gaan leiden
toen zei God’s Zoon dat Hij er Zelf voor in zou staan
dat ’t gans heelal zich weer aan God zal wijden.

Dat Hij dan zou gaan door alle aardse dalen
om alle regels van God na te leven
om ’t herstel van alle dingen te behalen.

Hij is die weg gegaan, Hij heeft ons ‘t heil bereid
aan Hem is alle macht en kracht gegeven
zo wordt de aardse tijd hersteld in eeuwigheid.

bij Psalm 40 : 8 en 9; Daniël 7 : 14;
Mattheüs 28 : 18