In ‘t lege graf
vindt men alleen
nog doeken
Een opgerolde
hoofddoek
en niets meer
Waarom zal ik
dan in dat graf
gaan zoeken
en kom ik daar
vind ik Hem
toch niet meer

Ik weet, Hij leeft
heeft Hij niet zelf
gesproken
Zijn lichaam moest
gekruisigd
en
gebroken

Het graf is leeg
behalve die
paar doeken
Toch
Hij is dichtbij
ik hoef niet ver
te zoeken
Wanneer ik bid
dan weet ik
dat Hij hoort
want zijn
zijn handen
niet voor mij
doorboord

De kerkklok luidt
Kom, laat ik
naar Gods huis
gaan
Daar gedenken
dat de Heer
voor mij is
opgestaan