Vanaf het allerprilst begin
brak U in onze onmacht in
en trok uw sporen door het land,
uw strijd was eenzaam en alleen,
U liep door storm en duister heen,
uw weg ging over zee en land,
verguisd brak U het levend brood,
U riep tot leven uit de dood
en met een diep bewogen geest
gaf U wie niet meer verder kon
het levend water uit uw bron:
uw liefde die het hart geneest,
tot in de schaduw van uw dood
zocht U de mensen in hun nood
en heelde wat gebroken was,
U toonde hen uw heerlijk licht
dat straalde van uw aangezicht
wanneer U hart en ziel genas,
maar naar de menselijke maat
werd U gemeten en gesmaad,
verworpen als Gods Zoon, veracht,
de aarde droeg uw rode bloed,
Gods oordeel ging U tegemoet,
de dag verloor zich aan de nacht,

uw diep doorleefde lijden,
uw offer van bevrijden,
mijn God, moet zó mijn redding zijn,
zoveel ontluistering en pijn,
ik kijk beschaamd naar boven,
hier past alleen geloven,

Heer, neem mijn dank als offer aan,
U bent mijn leven, mijn bestaan!