De herinneringen kregen wij mee
op de school met de Bijbel.
vaak zat ik tijdens de verhalen te dromen
want ik wist wat er altijd ging komen.

Ik wilde altijd Petrus zijn, ook in het toneelspel
want voor de Man aan het kruis wilde ik sterven,
tot zijn laatste snik bij Hem zijn, Hij was mijn held
mede door Jezus zouden alle mensen de aarde erven.

De zon ging onder in een bloedig rood.
Wie ik had willen zijn is dood.
Toen wist ik niet dat Hij eeuwig zou leven.
 
Jezus is niet dood. hij leeft in ons voort
zei de juf en ik schrok wakker en keek
in het lachende gezicht van de juf.