U nam mijn hand, U wilde mij beminnen,
U vulde mij met Uw verlangen,
U hield mij vast. In U gevangen
moet ik, mijn Lief, met U beginnen.

Ik liet U ijlings bij mij binnenkomen
en opende voor U mijn leven,
wilde mij in U overgeven
en sliep in U in alle dromen.

Ik had U vaker in mijn hart verwacht,
zodat ik U  kon spreken,
bent U mij dan getrouw gebleken?

Ik vulde je voorgoed je bange hart,
Ik gaf je bij het kruis Mijn zegen,
op Pasen kwam Ik jou als eerste tegen.

Zie Johannes 20