Diep moeten wij buigen voor Uw graf
Te zien het licht dat daaruit straalt
Zagen slechts windsel dat U omgaf
De steen voor de opening gehaald.
 
Diep moeten wij buigen voor Uw gena
Vergiffenis die U zo rijkelijk schonk
Want nog horen wij vanaf Golgotha
Vader vergeef hen deze bittere dronk.
 
Diep moeten wij buigen aan Uw voet
Wenend om wat wij hebben gedaan
Dan horen wij Uw stem zo zoet;
“Kom, u mag met Mij zijn opgestaan.”