En elke dag komt God mij tegen,
ik mag tussen ontluikend leven lopen,
de bloesemknoppen barsten open,
de bomen groenen langs de wegen,

ik adem het vervuld verlangen,
het dartelende vee raast door de weiden,
ik zing met bloemen lentezangen,
't geboortelied van nieuwe tijden,

hemelzon verwarmt mijn winterhuid
en laat de warmte in mijn vezels stromen,
drijft mijn lente onweerstaanbaar uit
om tot een rijke bloei te komen,

het kerkhof komt stilaan tot leven,
een Paasgroet als een zichtbaar wonderteken,
leven, door Christus ons gegeven,
waar knoppen stralend openbreken.