Het graf was afgesloten,
verzegeld en bewaakt;
Gods Zoon was tot de doden ingegaan.

In U stierf al wat sterven moest
van Adam tot mijn eigen vlees en bloed.

Nu is het graf ontsloten,
ontzegeld en ontwaakt;
Gods Zoon is uit de doden opgestaan.

In U leeft al wat leven mag,
eeuwig gewekt in onvergank'lijkheid.