Waar was ik om U bij te staan
toen U ging de weg van ’t leed?
Heb ook ik U alleen laten gaan
terwijl U voor mijn zonde streed?
Waar was ik toen U in Bethel was
en allen zich tegen U keerden?
Vergat ook ik, als velen, U toen alras
was ik één van hen die U niet eerden?
Was ik handelaar bij Tiberias
van wie U de varkens de zee indreef
nadat U hun slavin van geest genas
en die niet wilden dat U bij hen bleef?
Waar was ik Heer toen U aan tafel zat
en door fel verdriet werd verteerd
terwijl U met de twaalven samen at
die van Uw zo weinig hadden geleerd.
Nam ik de waterkan voor mijn vrinden
en knielde bereid aan hun voeten neer?
Zou ik in tal van leugens afstand vinden
en mij vrijspreken van deze oneer?
Heer, waar ben ik straks op Uw laatste gang?
Ik geloof niet dat ik bij U zal blijven strijden
daarvoor is mijn geloof te klein, ben ik te bang
hoogstens zal ik op afstand met U lijden.
Heer kom toch mijn onvermogen te hulp!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.