we zijn het ons wellicht niet steeds bewust
dat we wel op weg zijn naar een ander land
achter de levenszee, een land van rust
waar ons scheepje afmeert aan de wallekant

want we hebben hier geen blijvende stad
we zijn tijdelijk op aarde gekomen,
ik denk steeds aan wat ik verloren had:
te zijn bij de Heer, ik kan er van dromen

in de Hof van Eden, in Sion’s land
in het paradijs met haar waterstromen
daar zijn, en wandelen aan ’s Heeren hand

hier op deze aarde zijn wij niet thuis
wij zijn in Uw ontferming opgenomen
Gij brengt ons terug in het Vaderhuis

bij: Hebreeën 11 : 9 en 10, en 13 - 16