Toon mij jouw deugden, ik weet wie jij bent,
verhalen van jouw goedheid doen de ronde,
doch evengoed die mens die leeft in zonde,
de boom, waarvan de vruchten men herkent.

Toch weet in wezen niemand wie jij bent,
al doen verhalen over jou de ronde,
als evenzeer die mens die leeft in zonde,
slechts Eén die weet, die elke ziel herkent.

Hij ziet haar wezen, uitstraling van licht,
van sprankje tot een sprank'lend, schitt'rend wit,
het zuiverste, waarnaar een ziel zich richt.

Een reis langs wijsheid, eeuwenlange rit,
de Weg van Waarheid naar het Leven, 't Licht,
voor Wie het bruidskleed zijn zal smet'loos wit.






U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment