Ik ben reizend als een Pelgrim
beide voeten zijn verwond
door de keien, scherpe rotsen
ben op weg naar vaste grond.

Ik verdwaal in diepe diepten
en beklim de hoogste berg
ik dool rond in woestenijen
maar dat is beslist niet erg.

Met een doel, hier in dit leven
een groot Anker, een houvast
focus ik mij op het einddoel
en Gods woord is mijn kompas.
 
Vele zorgen overspoelen
en de levensweg lijkt lang
satan wil de moed ontnemen
het maakt moe, bedrukt en bang.

Ja ik struikel regelmatig
want er komt nog steeds geen eind
aan het zuchten, al het zwoegen
toch wordt eens mijn doel bereikt.
 
God helpt mij de weg te vinden
leidt mij aan Zijn rechterhand
-heilzaam voor hen die Hem zoeken-
wijst mij het beloofde land.

Ik ben reizend als een Pelgrim
gouden stad ik kom er aan
uitgenodigd door de Koning
mag ik eenmaal binnengaan.