Hier sta ik dan,
met lege handen.
Mijn grote woorden,
weg gewaaid
in de storm van het leven.
Als ik niet
mijn lege handen
op kon heffen naar U
was alles leeg
en doelloos.

Dan word ik opgetild
boven de golven uit.
U laat me zien
Ik ben er
altijd.
U geeft mensen
die van me houden
reisgenoten
om me heen,
samen op weg
naar het Vaderhuis.

Uw belofte;
dat ik veilig zal aankomen
omdat ik
geborgen ben in U
de Overwinnaar,
doet de storm bedaren.
Ik hoef niet te vechten
of te vrezen,
U brengt mij thuis
waar ik veilig ben
voor eeuwig.