Wij mensen hebben een hart
met twee kamers en twee boezems.
Zo heet dat volgens de biologie.
Toen de Here Jezus in mijn kinderhart wilde wonen,
zei ik dat Hij beide kamers kon betrekken,
dat wilde ik natuurlijk graag;
Hij was buitengewoon welkom!
“Nee, Arma”, zei  Hij,
”Ik neem alleen de linkerkamer
omdat Ik jouw zuurstofrijke bloed wil vullen
met Mijn levenskracht;
de rechter  is  voor de mensen,
zeker voor hen die jou ontvallen”.
Dat begreep ik toen niet.
Ik moest Hem toch liefhebben boven alles?
Dat kostte me geen enkele moeite.
Hij gaf Zijn leven voor mij
en in de Bijbel stond toch ook
dat ik mijn hele hart aan Hem moest geven?
Later in mijn leven begreep ik
hoe belangrijk het is
om ruimte in je hart te hebben
voor dierbare mensen, 
zeker als ze gestorven zijn.
Dan kunnen ze op die plek voor jou voortleven.
Zoals Marian.
Dat werkt voor mij veel beter dan mooie foto’s,
hoe prachtig die van Marian
op de rouwkaart ook is.
Omdat ik heel optisch ben ingesteld,
geeft de Heer me er gelukkig
bewegende beelden bij
op mijn netvlies.
Marian staat het Yerushalahim te zingen
op het podium van de Blesewic
in de Hollandse woorden die ik vol passie
voor de Heer maakte.
Zij zong het met nog meer passie.
Dat dat kon vervulde me
met een heerlijke jaloezie.
Die ontroering bracht me
heel dicht bij de Heer.
Ongelofelijk maar zó waar…