het is nu elf jaar geleden
dat Willy werd weggenomen
nu ben ik alleen in ’t heden,
en het is niet te ontkennen:
het doet mij elke dag weer zeer
evenmin zal het ooit wennen

meer dan vijftig jaar samen zijn
het is mij als was het een dag
zij vulde die met zonneschijn
zij heeft zich aan ons gegeven
aan de kinderen en aan mij
zij was het thuis in ons leven

onze dankbaarheid is zeer groot
voor alles wat zij is en was
in vreugde in zorgen in nood,
niet minder is het haar missen
hoe moet het verder zonder haar
zij was wijs in het beslissen​

ik heb veel liefde om mij heen
van kind’ren, familie, vrienden,
dat neemt niet weg: ik ben alleen;
op mijn reis naar de eeuwigheid
mis ik mijn lieve Willy zeer
zij wist zich daarop voorbereid

Boven had haar dat gegeven
haar scheepje voer een vaste koers
zo ging zij door ’t aardse leven:
de Heer is Zijn beloften trouw
je kan varen op dat kompas
Zijn Woord is het waar ik op bouw

op Charlois is zij neergelegd,
tot de grote Dag der Dagen
wacht zij op wat Hij heeft gezegd:
Ik kom weer met eng’lenmachten
met grote macht en heerlijkheid
voor hen die ’t van Mij verwachten

heb Ik een woonplaats toebereid,​
voor hen die ’t van Mij verwachten
is het een feest in eeuwigheid:
die gaan Mij en hen ontmoeten
in Eden en Jerusalem
Willy zal u daar begroeten


bij : wij verwachten nieuwe hemelen en een nieuwe aarde
Psalm 130 : 5 - 7;  II Petrus 3 : 13