Terugblik van een dankbaar kind van God
Aan de avond van een zeer onstuimig leven,
sta je stil bij wat Yeshua heeft gegeven.
Het begon al heel vroeg in mijn jonge jaren,
toen een bom ontplofte die mij niet wou sparen.
Ik lag als verstijfd tegen een houten beschot,
scherven sloegen rondom mij in, alles kapot.
Hete scherven sisten, werden pluimpjes van rook,
ik trilde van angst en was compleet van de kook.
Toen de aanval voorbij was, lag ik daar nog heel even,
ik zag dakpannen en glas, zelf lag ik nog te beven.
Overal gaten, maar niet één waar ik toen lag,
dit was duidelijk Zijn hand die alles vermag.
Yeshua, mijn Heer was duidelijk iets van plan,
ik had daar als jochie totaal geen benul van.
Tijdens een luchtaanval, ik lag ziek met wat griep,
lag er een bomscherf net waar ik zo-even sliep.
Door het geweld was ik uit mijn bed opgestaan,
was ik niet bang geweest, was het mij slecht vergaan.
toen ik terug kwam lag daar die nog warme scherf.
die bedoeld was, te zorgen voor dood en verderf.
Steeds opnieuw, ik woonde toen in oorlogsgebied,
was het Yeshua’s hand die, mij daar nooit verliet.
Na de oorlog, opnieuw terug in Rotterdam,
begon mijn leven met een praatje op de tram.
‘t Was met de trambestuurder, die zei: ”Beste knul,
geloven in God is je reinste flauwekul.
Ik heb geleerd als je niet bent uitverkoren,
dan is het helemaal uit, je bent verloren.”
Hij kwam uit een zwaar gereformeerd gezin,
ik uit een verlichte versie en ging er tegen in.
Uit de Openbaring van Johannes, jawel,
daar staat heel wat anders, je gaat niet naar de hel.
Hoe weet jij dat zo zeker, vertel eens maatje,
je predikt nu zeker voor je eigen straatje.
Ik citeerde de volgende tekst uit Openbaring,
en gaf hem daarmee een zeer goede verklaring.
Geroepen, gelovig en ook uitverkoren,
Op.17 vers 14 b, zegt, zij gaan niét verloren.
Dat was mijn eerste stap op Zijn weg naar leven,
Hij hielp mij, door Zijn beloofde kracht te geven.
Ook in de oorlogswinter met haar strenge kou,
het was met de kerst en iedereen warm eten wou.
Het was er niet voor heel veel mensen, wij echter wel,
we fokten konijnen achter het huis en bewaakten die fel.
Mijn moeder brouwde een heerlijke soep vooraf,
daarna een konijn en het was werkelijk af.
Na de maaltijd zei mijn moeder toen tegen mij:
“breng jij jouw vriend en zijn ma wat soep met prei.”
Wat ik niet wist maar u nu wil laten weten,
de moeder en haar zoon hadden niets te eten.
De moeder had haar zoon toch aan tafel gevraagd,
die keek vragend en voelde zich nogal geplaagd.
Lege borden wat hij zag, maar zijn moeder bad,
“Heer wilt u onze bede horen”, hier in deze stad.
"Geef ons wat eten en wij danken u daarvoor wel,”
Gods timing is perfect, op het “amen” ging de bel.
Mevrouw van Eerde deed open en keek vanaf de overloop,
ze keek mij vragend aan en zei met nog trillende stem: ”Dag Joop.”
Daar stond ik met mijn soep en wat stukjes konijn,
die mensen smulden heerlijk, dit maakt een mens klein.
Ook Markus 16 vers 17 werd werkelijkheid in mijn leven,
het door Hem beloofde werd tot genezing gegeven.
Een medewerker werd door een sneltrein aangereden,
en zou volgens de arts, die dag uit het leven treden.
Zijn hele bekken lag in stukken gebroken uiteen,
een gips korset zou niet meer baten, hij was te ver heen.
Ik vroeg de arts of ik hem toch even mocht bezoeken,
en wat ik daar zielig zag liggen stond niet in boeken.
Ik was daar alleen met dat zwaar gehavende leven,
en vroeg om wijsheid aan Yeshua, wat kon ik geven?
Markus 16:17 kwam toen in mijn gedachten naar boven,
ik vroeg om genezing en wilde dat ook geloven.
Ik sprak hem toe, onder oplegging van mijn handen,
Vader genees deze man en bevrijd hem van banden.
Ik heb toen direct daarna deze kamer verlaten,
alleen met mijn angst, geen mens om mee te praten.
Die nacht echter gebeurde het grote wonder,
de man kwam langzaam weer bij en werd gezonder.
Het bekken groeide in haar geheel naar elkaar toe,
het was een onvoorstelbaar wonder en ik weet hoe.
Dank zij de ingreep van onze Heer en God Yeshua,
loopt de man weer geheel genezen rond, Halleluja.
Ik dank God steeds opnieuw als ik er weer aan denk,
Hij gebruikte mij en dat vond ik een groot geschenk.
Ik was getrouwd met een vrouw, wel door mijzelf uitgekozen,
als ik gedaan had naar Gods wil, was het nu minnekozen.
Helaas gingen mijn ogen te laat open om weg te lopen,
een kindje in de wieg was reeds een feit, niets te hopen.
Als goede vader loop je natuurlijk niet weg, je blijft,
zelfs als vrouwtjelief je met van alles het huis uit kijft.
Ik heb dat vele jaren vol gehouden, ben steeds gebleven,
tot de kinderen trouwden en daarna de vrijheid herkregen.
De jaren erna was ik mijzelf niet meer, waar was God?
ik deed alles wat niet mocht, er werd over mij gespot.
In mijn huwelijk ging ik al in de fout met vrouwen,
zij schreeuwden niet en wilden allemaal van mij houden.
Maar terwille van mijn kinderen, ging ik daar niet op in,
nu echter was ik vrij en had een hele vlotte vriendin.
Ina was de naam en zij lachte om de naam Here,
schrok mij helemaal wild, dit was echt niet te verteren.
Het duurde niet lang met deze dame in het wilde,
ik wees haar eindelijk de deur ondanks dat ze gilde.
Ik raakte aan de drank en zware sigaren of shag,
was mijzelf niet meer en gaf iedereen een grote bek.
Ik deed alles wat God verboden had, in relatie’s,
rookte en dronk aan één stuk door, er waren geen spatie’s.
Dat was niet waarvoor God mij had gespaard al die jaren,
Hij greep krachtdadig in, ik moest mijn krachten vergaren.
Ik ging tegen de grond en het werd zwart voor mijn ogen,
mijn hart ging tekeer en had voor mij geen mededogen.
Op ziekenzaal kreeg ik de keus, sterven of bekeren,
ik begreep dat Hij mij nog veel, heel veel wilde leren.
Ik gaf opnieuw mijn leven en hart, aan Hem in beheer,
Hij is geheel opnieuw mijn grote Verlosser en Heer.
Om Hem te gaan dienen, gaf Hij als hulp een lieve vrouw,
die mij uit liefde verzorgt en die ik graag hebben wou.
Vanuit haar gemeenschap was zij op zoek naar Yeshua,
ik mocht haar ook bij Hem brengen door Zijn grote gena.
Ja, samen gaan wij nu verder in dit leven met onze God,
en vonden de nieuwe Tora Yeshua gemeente tot slot.
Maar satan, die sliep niet, vals zijn tanden ontbloot,
mijn vrouw die werd ziek en was op sterven na dood.
Ik vernam in de familie kamer van de specialisten,
dat zij niet meer bij zou komen voorzover zij dit al wisten.
Opnieuw geconfronteerd met een sterven of leven,
werd mij door een zuster een gedachte gegeven.
Zalf haar met olie volgens de Jacobus brief,
dat deed ik, als in een droom, ik had haar zeer lief.
Ik sprak toen daarbij de volgende bede:
‘Vader, ik zalf Alda in Yeshua’s naam,
laat haar toch in goede gezondheid voor ons staan.’
Weer een wonder want God verhoorde die bede.
Zo staan wij nu samen in de dienst van Yeshua,
en leven vanuit de door Hem gestelde Thora.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.