Heer, zet een wacht voor mijn mond
waak over de deuren van mijn lippen,
want anders ga ik lijken
op een stel kakelende kippen!

Of zelfs op een kudde schapen:
veel geblaat en weinig wol
en van al dat gemekker
worden mensen hoorndol!

Laten mijn woorden áltijd
U welgevallig zijn
en de overleggingen van mijn hart
zuiver, oprecht en rein.

Want spreken is als zilver
maar zwijgen als puur goud,
dat mijn woorden vriendelijk zijn
en niet harteloos en koud!

Daarom Vader in de Hemel
dat mijn tong U prijzen mag,
niet alleen op zondag
maar altijd, elke dag!