zwaar geslagen door het leven
achtte ik Mijn God te min
wilde zelf mijn lot bepalen
tegen beter weten in
alles in me riep naar mij
zonder God, pas waarlijk vrij

kijkend naar voorbije jaren
waarin ik mijn Heer verliet
leefde ik in schijnvertoning
straf verbergend mijn verdriet
hield ik vast aan wat ik zei
zonder God, pas waarlijk vrij

maar het leven dat ik leidde
ver van waarheid en van recht
bracht me ondanks ‘s werelds voorspoed
innerlijk in zwaar gevecht
want er was een stem die zei
zonder God, nooit waarlijk vrij

sterker werd ’t gevoel van leegte
zinloos bleek mijn aards bestaan
niets van wat ik ooit bereikte
had mij enig goed gedaan
steeds weer klonk het diep in mij
zonder God, nooit waarlijk vrij

en de strijd die werd gestreden
om mijn leven om mijn ziel
werd door God beslecht met vrede
toen Zijn kracht mij overviel
dankbaar gaf ik heerschappij
aan mijn God, die stierf voor mij

toen de eerste klanken klonken
en de woorden die ik zong
landden in mijn open harte
daar de duisternis verdrong
nam Zijn waarheid plaats in mij
met mijn God, ben ‘k waarlijk vrij

als een mens door God geroepen
zich verhardt en weerstand biedt
doet Hij zich, al duurt het jaren
gelden, Hij verlaat je niet
Hij blijft vragen, hoor naar Mij
Ik, je God, maak waarlijk vrij