Ik waande mij eenzaam, opgesloten in mijzelf,
niemand om mijn gedachten te delen
de wereld om mij heen was een leeg gewelf
geen mens om mijn diepste wonden te helen.

Mijn hart was leeg en koud
geen zonnestraal om het te warmen
elke hoop op mensen leek klatergoud
niemand sloot mij in de armen.

Maar plots een enkel woord,
zomaar ergens opgevangen
maar als van warme bron gehoord
versterkte mijn verlangen.

Ik ben op zoek gegaan naar die bron
van louter warmte en leven,
vond, in het licht van de eeuwige Zon,
liefde en barmhartigheid rijkelijk gegeven.