De ouden zullen dromen dromen,
gefluister door de zachte wind.
Verhalen aan het licht gekomen
in mannen vrouwen of een kind.

In vuurvlammen is er geschreven
dat God de aarde nog verwarmt,
en ons in heel het bange leven
steeds liefdevol en teer omarmt.

De jongeling ziet nog gezichten,
profeten hoorbaar in het Woord.
Het zal de lange weg verlichten,
een richtingwijzer, ongehoord.

De geest wil ons vertellen:
Gods droom is 't dromen waard.
En wat profeten ons voorspellen
verlicht de bange pijn op aard.

O laten we toch blijven dromen
van vrede en gerechtigheid.
In Geest en vuur is God gekomen
en helpt ons in de laatste strijd.

Dan zingen we van vrede,
van God die eeuwig ons omringt.
O zing dan allen met ons mede,
we zijn een kerk die eeuwig zingt.

En in dit lied klinkt ons getuigen:
O draag de dromen op de wind.
Dan mag een ieder voor God buigen
die in Zijn Geest de vrede vindt.