Toen Gij van aarde was vertrokken Heer
en wij voelden ons verlaten en verweesd
keek Gij vanuit Uw hemel op ons neer
zag hoe wij angstig waren en bevreesd
Hoe wij als schapen dreigden te dolen
van een kudde slechts door eendracht sterk
Gij zag de wolven komen uit hun holen
als gevaarlijke bedreiging voor Uw werk.
Maar aan Uw macht zal nooit een einde komen
al briest de vijand als een leeuw in ‘t rond
ook al zal hij van een overwinning dromen
reeds aan 't kruis hebt Gij hem dodelijk verwond.
Ook al zijt Gij hier op aard nooit meer geweest
Gij wilt leidsman wezen door hulp van Uw Geest.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.