In een gloed en warmte,
in begrip en gevoel,
in vriendschap samen zijn,
in een eensgezind doel.

In schamele momenten van leven,
dat men zich verbonden weet,
een overmacht aan liefde geven,
die al het kwade smelten deed.

Het is díe gloed, die laat leven,
voor onszelf én voor elkaar,
die nóóit de moed op zal geven,
‘t is ‘t Vuur voor ons “dankaltaar”.

Ervaart men ‘t vuur der wijsheid,
door de wereld dikwijls veracht,
maar ‘t is het vuur der vrijheid,
getuigend van des Geeste’s kracht.