Gezegend zijn jullie.
Jullie hebben gewone dingen gedaan.
Uit liefde.
Ook voor de minste broeders en zusters die naast jullie staan. Onbeperkt.
Onbewust, eenvoudig, omdat je je geroepen voelde.
De grenzen hebben jullie doorbroken.
Met liefde die opkomt uit verbondenheid met Mij.
Liefde die zich richt op iedereen die op jullie weg geplaatst werden.
De hongerige werd gevoed.
De dorstige kreeg drinken.
De vreemdeling werd opgenomen.
De naakte aangekleed.
De gevangene bezocht.

Naar Mattheus 25, 34-36