In dorpen en steden torent boven de huizen vaak de toren van de kerk.
De ene is klassiek de andere is van een moderner soort werk.
De kerk heeft zo een vaste stevige plek in een woongemeenschap.
Zo gebeurt er ook veel in een kerk.
Veel vrijwilligers maken zich daarvoor vaak sterk.
De ene helpt met het jongerenwerk,
de andere gaat er naar de catechisatie.
Weer een ander zit in de commissie van ouderlingen of evangelisatie.
Zo mag er veel gebeuren in een kerkgebouw.
De kerk torent hoog boven de huizen en mag gezien worden als baken.
Een vaste baken wanneer we de weg mochten kwijtraken.
De kerk, een huis van gebed tot God, die ons helpt en leidt door het leven.
De kerk, waar we getuigenis van ons geloof mogen geven.
De kerk, het gebouw zegt weinig, maar straalt het vaak wel uit.
Hier wordt verkondigd het Christelijk geluid.
Een plek van samenkomst, een plek van troost, sowieso elke zondag weer.
De kerk, een gebouw om dankbaar voor te zijn, elke keer.
De dominee mag er het Woord verkondigen aan de gemeente.
De kerk, vaak een gebouw van dood gesteente.
Maar het geloof mag er levend zijn en gehoord worden door iedereen.
De kerk, met z'n toren, daarvoor heeft God gezorgd.
Hij mag daarvoor onze dank ontvangen, Hij alleen.