Wandelend in de prinsentuin van God
bewonder ik de kleuren van oktober,
de tinten kornalijn zijn ver van sober,
hier klinken klanken als van een fagot.

De herfstzon filtert door verkleurde bomen
die als een poort het uitspansellicht scheidt
van wat op aarde zich voor ons ontspreidt,
ik mijmer over hoe de Heer zal komen.

Zingt heel de wereld al haar Scheppers lof
of laat de hemel ons nog even wachten,
kastanjes glanzen onder bladerstof,

een lieveheersbeestje leest mijn gedachten,
opent de toegang naar de Koningshof,
het vliegt naar oorden van een stil verwachten.