Alleen en eindeloos verlaten,
als ieder mens ver van U vlucht.
Een vijanschap vanuit de straten,
maakt U tot niets, tot lucht.

Dat uitloopt in een stoer ontkennen:
'Ik heb hem nooit ontmoet.'
Hoe zal men ooit bekennen
dat U met liefde ons begroet?

Geen mens maar ook geen God
die U in liefde zou beschermen.
U droeg alleen dat zware lot
van haat, als bijen die omzwermen.

'Waar zijt gij God?' zo klonk Uw klacht,
'Waar zijn mijn beste vrienden?'

Toen overviel U zwarte nacht,
ja Jezus droeg wat wij verdienden.

O Heer, als mensen van ons heengaan
en sta ik eenzaam in de straat,
laat mij dan niet alleen staan,
wees dan mijn Heer die nooit verlaat.