Voor 't Heilig avondmaal nam hij gekregen brood
dronk water zittend uit een smalle sloot
herdacht zijn Meester met oprecht gemoed
van het gebroken lichaam en vergoten bloed

Bad tot zijn Meester en hij sprak Hem vaak
wandelde met God dichtbij in de natuur
twee handen op één buik dat is natuurlijk beeldspraak
zijn leven kende echter rust nog duur

Van jongst af aan door Gods geest geleid
te leven als een ieder dat had hij vergooit
het zwerverbestaan gaf hem die grote vrijheid
altijd alleen maar eenzaam was hij nooit

Een zwerver door God uitverkoren
de liefde Gods kent geen verschil
zijn hart had hij aan hem verloren
een zwerver Gods die leefde naar zijn wil

Zijn leven was een mooi gedicht
tot Hij de zwerver tot zich riep
lag in het gras een lach op zijn gezicht
en even dacht een ieder dat hij sliep
Anton van der Haar