Ik ben zo leeg van binnen,
Wat moet ik toch beginnen?
Geen straaltje licht kan mij bekoren,
Niks positiefs wil ik nog horen.
Niemand die ik meer vertrouw,
Geen hoop waar ik op bouw.
Niemand die mij begrijpt,
Er is een plan dat rijpt.
Ik wil er tegen vechten,
En me weer aan het goede hechten.
Wat is deze strijd onmenselijk zwaar!
Maar ik sta niet alleen, kijk maar
Daar, door de zwarte wolken heen, heel hoog
Zie ik duidelijk een stukje van de regenboog.
God wil mij laten zien: je bent echt niet alleen,
Ik ben boven je, onder je  en om je heen!