Hoe groot is mijn verlangen
Om op te gaan, o Heer
Hoe zitten wij gevangen
Geïsoleerd terneer!

Begerig is mijn ziel
Mijn hart en vlees ze roepen
het uit! Wanneer ik kniel
Alleen. Ik mis de groepen

van hen die saam met mij
zich naar Uw voorhof spoeden
Want welgelukzalig zij
Die U daar steeds wilt voeden

In welke hart de weg
Gebaand is, U zijn sterkte!
Die U steeds onderweg
Tot een fontein bemerkte.

Hoe graag ga ik weer op
Met hen! Om U te prijzen
Gestadig en ten top
U d’ hoogste eer bewijzen

Te wachten op Uw tijd
De dorpel te passeren
O sterk in deze strijd
En wil mij dat toch leren!

naar Psalm 84