Een kleine vogel zong vandaag van mooie dromen
met hoge tonen, zang gewijd aan zon en maan
het klonk verlegen, schuchter tussen kale bomen
een ode was ’t aan leven, vreugd in aards bestaan.

Dat lied gemengd met muziek van snaren der violen
een samenspel van ’t vrije hart dat aandacht heeft
voor werelds genot en hemelsschone tegenpolen
en dank voor elke levensvorm die God ons geeft

Voor ‘t open raam heb ik heel lang en stil geluisterd
naar ‘t boeiend combineren tussen dier en mens
bij avond werd ’t gezang getemperd als gefluisterd
en ’s nachts nog bleef die vrede in mijn hart als wens.