Als in het schijnsel van het dageind
-daar in die flauw oranje westenlucht-
ik kranen dichtdraai, kleppen sluit en vlucht
uit zorg en wat mijn krachten ondermijnt,


als ik mijn zijn, door taak en tijd omlijnd
terugtrek uit de drukte en geducht
de poort vergrendel, kom ik met een zucht
van opluchting weer thuis waar stilte schijnt.


Daar zweven vleugels aan, omhullen mij,
omhelzen mij lijk liefde slechts kan doen.
Daar tillen mij twee armen, hoog en vrij.


En vrede waait naar binnen, zachte zoen
van goddelijke wind die blaast voorbij
gedachten in mijn moede denkplantsoen.
Lieve Steenberghs


22 juni 2006
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment