Zijn vrede kan alleen komen,
als wij haar een plaats bereiden,
als wij het kwade intomen,
ons door liefde laten leiden.

De vrede heeft geen vaste grond
in een hart vol haat dat wrok houdt,
het is als met een open wond
die men niet met zorg onderhoudt.

Waar wij vergeving betrachten,
waar elke wrok en wraak verdwijnt,
waar liefde 't hart zal verzachten,
daar is waar 't licht van vrede schijnt.

Als Hij op onze hartsdeur klopt,
willen wij het Hem graag tonen.
Ons hart is 'geschrobd en gesopt',
zodat Hij het kan bewonen.

Met Hem de zege behalen,
dat is deze zorg ruimschoots waard,
Zijn vrede kan dan uitstralen
over heel de mensheid op aard.