Aan de avond van mijn leven,
als de dood aanstaande is,
wil mij dan nog liefde geven,
troost mij, wees mijn lafenis.
Laat mijn kinderen ontwaren
dat Uw trouw zo troostvol is.
Wil hen in Uw hand bewaren,
'k Geef dit lied tot erfenis.

Als ons pijn en moeite kwellen
en wij  bang zijn en verward,
leer ons dan tot u te snellen,
naar uw vriend'lijk vaderhart.
Neem mijn vrouw ook in Uw armen,
laat haar leven in Uw troost.
Wil haar groot verdriet verwarmen,
laat haar leven onverpoosd.

Ik wil uitzien naar de Morgen
dat U mij ontvangen wilt.
'k Weet dat U voor ons blijft zorgen,
ik aanvaard U die mij stilt.
'k Sluit mijn ogen vol vertrouwen,
in een oogwenk ben 'k bij U.
U leert m' op de Rots te bouwen;
Vader, roep mij! Ik kom nu.

Het tweede couplet is, als het de tekst is
van een vrouw eenvoudig aan te passen.

Dit gedicht is ook te zingen en wel op de melodie
van gezang 292 ,293 en 475 uit het liedboek