De gekleurde vallende bladeren,
bedekten haar ziel en haar hart.
De kale bomen keken haar donker aan,
de regen zong een mistroostig lied,
de tijd was gekomen om te gaan.
De wind blies de wolken opzij
en de donkere hemel brak open.
Een engel met hemels blauwe ogen,
reikte haar zijn gouden hand.
En na een zoektocht van jaren,
was haar geest nu eindelijk vrij.
bedekten haar ziel en haar hart.
De kale bomen keken haar donker aan,
de regen zong een mistroostig lied,
de tijd was gekomen om te gaan.
De wind blies de wolken opzij
en de donkere hemel brak open.
Een engel met hemels blauwe ogen,
reikte haar zijn gouden hand.
En na een zoektocht van jaren,
was haar geest nu eindelijk vrij.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.