Als ik denk
aan hoe ze was
in haar laatste dagen
zie ik slechts haar ogen

Eerst zeiden ze:" Waaróm toch"?
Later leden ze:" Waarom hier nog"?
Toen vermoeidheid metgezel,
morfine vriend tegen pijn
en leven vijand van dood was
zag ik ze staren,
ons voorbij,
de hemel in,
naar vrede met God.

Geen mens kwam daar tussen.
Ik keek, wilde haar kussen,
maar zag haar ogen
en kón niet meer.

Jezus heeft getroost in het gemis
en het is goed:
'k Mag weten dat ze bij Hem is.
En als ik aan haar ogen denk,
die spiegels van het lijden,
mag ik me tóch verblijden:
Als de Heer mij Thuis gaat halen
Zal ik ze weer blij zien stralen!!!!!