Jouw mensenleven lijkt verslagen,
Jouw dood krast voren in ons hart.
Verleden tijd zijn ónze dagen,
Wat was verbonden, is ontwart.
Maar wat jij bij ons achterlaat
Geeft licht en geestkracht zonder maat.

Zó overwint de liefde ‘t kwade
En zien we God in elkaars oog.
Geliefd doen w ’elkaar liefdesdaden,
De aarde wordt een hemel hoog!
Oneindig samen, zo gehoopt,
Van zonden vrij, in Hem gedoopt.

(Melodie lied 755, 'Toch overwint eens de genade')