Vredevol, die trekken van het gelaat.
De toegeslagen ogen, die niet meer zullen kijken.
Handen gevouwen, om nooit meer van elkaar te scheiden.
Om in tijdloze rust Eeuwig te bidden.

Na 't menselijke lijden, sterven
ben je naar de Vader, Thuis.
Gezegend zijn wij, die mogen weten
dat jouw heengaan enkel tijdelijk is, niet definitief.

Het doet pijn, je hier te missen.
De leegte die jouw plaats vervangt.
Toch mogen wij uitzien, zeker weten
dat je eeuwig leven mag.