Abichaïl, Godswonder! Jij
bracht het leven voor de dood nabij.
Hoe waakzaam ben jij, vrouw van eer.
Door jou zien doden 't leven weer.

Jij droeg de schuld, die jou niet trof,
hebt je vernederd tot in 't stof.
Jouw daad bracht kwijtschelding van straf,
Zo redde jij van dood en graf.

Je bleef eenvoudig   in Gods licht.
Jouw houding keerde 't doodsgericht,
dat loerde op een rijke prooi,
die hem ontging, door jouw pleidooi.

Hoe nederig ben j' Abichaïl,
zo, dienend daar, om Jezus' wil.
Jij feestte met de zotten niet.
Voor jou was 't zwelgen groot verdriet.

De wereld keerde jij de rug.
Je trok je in de stilte terug
daar, waar je Gods stem kon verstaan.
Door jou werd 't onheil weggedaan.

Gereed tot daden elk moment
heb jij de wil Gods onderkend.
Aan beide kanten zegen bracht
jouw dienstbare houding,   onverwacht.

Jij bent een 'type van de Heer':
HIJ geeft de doden 't leven weer!
Zag jij soms in een visioen
de Christus reeds   in heel Zijn doen?

Zo staat dan nu en voor altijd
het kruis van Jezus in de strijd.
daarop geschreven: ’t is volbracht.
Zijn liefde keert de zwartste nacht
tot opstanding en Morgenlicht,
tot, waar de laatste vijand zwicht.

(blik op 1 Sam. 25 :23   42)