Je werd door God gevraagd, hem af te staan.
Je eigen vlees en bloed door Hem verkregen
en met geen woord heb jij Hem dwarsgelegen.
Je riep zijn naam en zei, we moeten gaan...

De reis begon en niets kon jou bewegen
om terug te gaan, je nam Gods woorden aan
en dacht aan Zijn belofte ooit gedaan...
Als God toch voor jou  was, wie was dan tegen?

Het einddoel was reeds in je zicht gekomen.
Bedroefd  heb jij je liefste meegenomen
en deed gehoorzaam  wat  God van je vroeg,

tot ’t offerhout zijn kleine lichaam droeg
Toch heb jij nooit een druppel bloed zien stromen
Zo’n groot geloof…. God wist allang genoeg....