Johannes de Doper heeft een sterke wens:
na afloop van eigen predikingen
gezamenlijk met zijn volgelingen
bij Jezus horen, redder van elke mens.

Dan zal hij door een nieuwe, verwijde lens
met ruime blik zien naar handelingen
van boeren, zwervers en stedelingen,
nabij, en tot over Israëls grens.

Het voornemen vol schittering verdwijnt.
De heraut van Gods Zoon wordt gevangen,
zit in dompige kerkers en verkwijnt. 

Door zijn ziel luiden blijde gezangen,
ofschoon men besluit tot 's mans levenseind:
"Werk volbracht: de Heer wil mij ontvangen!"