Ze trokken haar, nee sleurden haar,
tot vlak voor Jezus' voeten,
ze zouden haar volgens de wet,
daar flink voor laten boeten.
Het was een schande, zeiden ze,
een schaamteloze daad,
haar overspel dat moest gestraft,
ja, weg met deze smaad!
De Meester zat en keek haar aan
en wist ze moest gestenigd,
de mensen drongen, schreeuwden luid,
genadeloos verenigd!
Hij moest het zeggen, Hij alleen
en angst sprak uit haar ogen,
Zijn vingers schreven in het stof,
Zijn hoofd diep neer gebogen.
"Wie zonder zonden is" sprak Hij,
"die gooit de eerste steen".
Ze dropen allen schaamvol af
en niemand gooide, zelfs niet één!
De Meester zag haar ogen
vol ingehouden vrees:
"Vrouw, heeft niemand jou veroordeeld?!
"Nee, Heer niemand" sprak ze hees.
"Dan veroordeel Ik jou ook niet"
vol liefde keek Hij neer,
"Ga heen en leef in vrede
en zondig nu niet meer"!
Joh. 8:8
Jeremia 17:13-14.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.