Zie Eva dansen in de hof,
haar wapperend haar zingt lof,
haar lichaam schoon en rein,
haar leven een vreugdfestijn.

Vogels feesten met haar mee
dans gevolgd door hinde en ree.
het water spiegelt haar gelaat,
nog niet bezoedeld door het kwaad.

Een hinde is zij schoon en lang
haar stem gelijk de vogelzang
zelfs de engel Gods geniet,
als Hij haar jeugdigheid ziet.

Eva, was aan de rand gebleven.
daar was genoeg voor vrolijk leven?
Kíjk niet naar die verleidelijke boom
zo je ervan eet, is 't gedaan met je droom.

Eva! Luister niet naar die stem!
Die satan, verwijder hem.
Eten heb je toch genoeg?
Dat je die verleider toch verjoeg!

Waarom neem je tóch dat fruit?
Neem niet die hap, spuug hem uit!
Eva, vóél je nu de angst?
O Eva, nu ben je duivelsvangst!

Adam, hoor niet Eva's raad
als jij ook eet is het te laat
neem Gods gebod toch serieus.
Adam, 't is je eigen keus.

O mens, je wilde álles weten,
door slechts die appel te eten.
Nú ken je 't kwaad en goed.
Wie is er nu nog die je behoedt?

O mens, weg is je schoon.
Verdriet, verderf is je loon.
Buiten de Hof moet je  leven.
En tóch,..... wil God vergeven!!!