Bartimeüs riep: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’
Want hij hoorde: Rabboeni Jezus loopt hier zo direct voorbij.
Maar de mensen om hem heen snauwden hem toe: houd toch je mond!
Jouw plaats is aan de kant, je hand vooruit en dichtbij de grond.
Maar Jezus hoorde hem en liet hem halen en toen riep men opeens: houd moed!
En zo stond hij voor Jezus, nu vooraan in de lange mensenstoet.
‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ vroeg Jezus, met de man begaan.
Mijn leraar, meester, zorg dat ik weer kan zien, Uw weg kan gaan.

Jouw woorden, jouw geloof, Bartimeüs hebben mijn hart bewogen!
De Zoon van David waar je in gelooft opent daarom jouw al open ogen.

De vluchteling riep: rijken in het Westen, heb medelijden met mij!’
Want ze zagen: de meesten lopen ons afgewend en snel voorbij.
En heel veel mensen om hen heen snauwden ze toe: houd toch je mond!
Jullie plaats is aan de kant, je hand vooruit en dichtbij de grond.
Maar zou Jezus een vluchteling niet horen en zou niemand roepen: houd moed!
Een ontheemde zou snel staan voor Jezus, nu vooraan in de lange stoet.
‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ zou Jezus vragen, met de mens begaan.
Medemens van mij, zorg dat ik als gelijke kan leven, mijn weg kan gaan.

Zouden die woorden van mens tussen mensen jouw hart hebben bewogen?
De Zoon van David waar je in gelooft hoopt ook voor jou op open ogen!

Bij de 6e zondag van de herfst, Marcus 10:46-52, over de vluchtelingenproblematiek.